Op het ritme van groovy jazzmuziek danst Harry Kramer zich een weg doorheen een industrieel landschap. Knap gefilmd en slim bij momenten bevreemdend gemonteerd: langzaam maar zeker neemt het stedelijke decor de aandacht over, net als de impact van een duizelingwekkende en alles in zich opslorpende grootstad.
Udo Kier sterft zijn weg door de filmgeschiedenis. Hij schreeuwt, valt, wordt in stukken gehakt, neergeschoten of pleegt zelfmoord. Steeds weer zijn lege blik, steeds weer zijn starre lichaam.