Lijden in verleden tijd

© Past Perfect (Jorge Jácome, 2019)
© Past Perfect (Jorge Jácome, 2019)
22.01.2020

Lijden in verleden tijd

Over Jorge Jácome's Past Perfect

“Where does it hurt…?”: een passende zin om een film maar ook eender welk gesprek mee aan te vangen. Je stuit meteen op de kern van de zaak: de moeilijkheid waarmee lijden onder woorden te brengen valt. Toch slaagt het experimentele filmisch essay Past Perfect er met verve in. Het leed neemt er verschillende vormen aan en duwt ons, vanuit een ontreddering, kopje onder het verleden in. Daar was het allemaal beter, toch?

We keren terug naar een tijd zonder fake news of Jair Bolsonaro (alsof dat geen synoniemen zijn); een tijd waarin alles allerminst feilloos was, maar de mislukkingen behapbaar waren, en niet op planetaire grootte op ons afstormen. De afstand die ons van die gebeurtenissen scheidt, kleurt de filter waarmee we erop terugblikken. We buigen de feiten om naar eigen believen en vergeten wat we niet willen onthouden. Het eindresultaat moet zijn wat we van het heden verlangen. Van die filter zijn we dan ook onvermijdelijk het slachtoffer. Sommigen, zoals jihadisten, in meer extreme mate dan anderen.

“I just don’t like my time. Probably I just don’t like myself.” Diep ontevreden met de tijd waarin we leven, en door vooral met alles verder te gaan zoals het ging, willen we die malheur zo goed en zo kwaad mogelijk verdringen. Pedro Penims diagnose reikt verder: alles plooit hij terug op ons zelfbeeld. Blijven we de psycholoog niet vooral opzoeken om de manier waarop we naar onszelf in de spiegel kijken beter te begrijpen, en niet zozeer de manier waarop we door een fotoalbum bladeren?

De tijd waarover Past Perfect gaat, giet de Portugees Jorge Jácome in een associatieve beeldenreeks van hypnotiserende rêverieën die qua esthetiek soms doet denken aan vroege Sofia Coppola films, of videoclips van Lana Del Rey. Jácome beriep zich op de vernuftige theatertekst Before van Pedro Penim die opgebouwd is uit een herziening van historische mijlpalen en uitblinkt omwille van spitsvondigheid en een prangend zelfbewustzijn. In die mate dat het beeld soms in de schaduw van de tekst komt te staan, wat door het genre des te meer opvalt.

Een mooie vondst van de filmmaker: hij mijdt voice-over en geeft ons Penims tekst via stemloze ondertitels. In tijden waarin (zogenaamde) alwetende vertellers als kopstukken van de populistische politiek intensief de maatschappij kleuren, is het een verademing om alles aan de lectuur over te laten. Maakt dat de god in dit Portugese gedicht daardoor progressief? Nee. We spreken nog steeds over het verleden en de invloed ervan op het heden… Of om het in de woorden van Rihanna te zeggen: er rest ons nog zoveel “work, work, work, work, work”.

Jácome maakt de ode aan het verleden zo zeemzoet dat we er op een manier wel een degout van moeten krijgen. Het heeft ons ten slotte tot dit heden gebracht. Hij ziet echter heil in het koesteren van verdriet, “the most mistreated, most shameful expression”. Er moeten meer plaatsen zijn die verdriet verwelkomen, stelt Past Perfect. Plaatsen om er elkaar te vinden in het heden en zo die (schadelijke) zucht naar het verleden te counteren.

Wie weet zet de louterende werking van dergelijke plaatsen de deur wel op een kier om meer dan bedrieglijke schaduwen, wat verklarend licht te werpen op de tijd die volgt. Als de ‘past’ zo ‘perfect’ is, dan is dat allerminst de plek van waaruit we zouden moeten willen vertrekken. Perfectie is een kwestie van instandhouding. Waarom zouden we in Gods of wie-dan-ooks naam alle mogelijkheid tot evolutie en zelfbewuste ontplooiing opgeven?

Deze tekst verscheen ook in het Engels op Talking Shorts.