L’enfant salamandre

L'enfant salamandre (Théo Degen, 2021)

L’enfant salamandre

De vijftienjarige Forian denkt dat hij via vuur met de doden kan communiceren. Het maakt hem de weirdo van zijn dorp.

De magisch-realistische afstudeerfilm L’enfant salamandre leverde Théo Degen (INSAS) de eerste prijs op binnen de Cinéfondation-selectie van het filmfestival van Cannes, de studentencompetitie ginds. Een film die hij opdraagt aan zijn papa, aldus de filmmaker in een gesprek met Kortfilm.be.

De Salamanderjongen uit de titel is het buitenbeentje in een Waals-Brabants dorp. Hij gelooft stellig dat hij via vuur kan communiceren met de doden, en dus ook met zijn overleden vader. Vanwege die obsessie wordt hij uitgespuwd en uitgescholden voor monster, tot hij er uiteindelijk echt eentje wordt. Het rouwproces staat centraal: na het verlies van zijn vader klampt de vijftienjarige Florian zich vast aan een doos vol herinneringen. Daarin zit ook een cassette waarop de stem van zijn vader hem vertelt dat het hiernamaals een onzichtbare wereld is die er alleen kan zijn als je er echt in gelooft. Dat is dan ook wat Florian doet.

Het verlangen om te geloven in iets dat het gewone leven overstijgt en het zo draaglijker maakt, vinden we ook terug in het Batmanpersonage, Florians kameraadje. Ook dit kind houdt achter zijn superheldenmasker vast aan een eigen narratief waarin hij speciale krachten bezit. De combinatie van die kinderlijk onstuitbare overtuiging en het bijhorende geklungel in de realiteit, laten ruimte voor een komische noot. Die humor lijkt soms geleend uit een slapstickkomedie, maar benadrukt ook de naïviteit van de personages. Soms missen die wat subtiliteit, zo  ogen de pestkoppen uit het dorp nogal cartoonesk in hun verlangen Florian meteen een pak rammel te verkopen.

Théo Degen werkt in deze kortfilm (opnieuw) samen met amateuracteur Florian Villez, die in de film zijn echte naam behoudt, en die hij zelf beschrijft als “het buitenbeentje in zijn dorp”. Met de keuze voor niet-professionele acteurs heeft de fantasierijke film haar wortels toch diep in de realiteit. Meer zelfs, de goudeerlijke acteerprestaties versterken net de fantastische elementen. Die nevenschikking tussen realiteit en fantasie keert ook terug in de visuele stijl. Een rigide en sobere cameravoering maakt op de belangrijke momenten plaats voor een gestileerde cinematografie. Zo wordt “de onzichtbare wereld” op analoge film (op pellicule) vastgelegd, en bedient de film zich van extreme slow motion tijdens haar schitterende climax.

20.10.2021
TEKST DOORTEXT BY