La chute
Zelfs wanneer een paraglider op mysterieuze wijze uit de lucht valt lijkt het de inwoners van Zinal niets te schelen. Het stadje in de Zwitserse Alpen kijkt recht op naar de smeltende gletsjers van de Couronne Impériale. Maar wat moeten ze doen? Ze kunnen het verval van de wereld niet stoppen, maar als de dreiging zo onmiddellijk is, en de persoonlijke onmacht zo groot, is er dan een andere manier dan te reageren met nihilistische, cynische onverschilligheid?
Nabij het Zwitserse bergdorp Zinal komt le patrouilleur in beeld geskied. Hij houdt halt voor de camera om een bom te lanceren. Het cynisme druipt van het gelaat van deze Dr. Strangelove van de Alpen. Alleen laat de explosie langer op zich wachten dan voorzien. Dus blijven we met z’n allen wachten op die ultieme ontploffing (en onze verlossing?). De hoeder der berglandschappen bezingt zijn attitude: “Je veux faire péter la montagne, de toute façon il n’y a plus rien à voir”. Filmmaker Sebastian Schaevers onderneemt geen plezierreisje, dit is geen Vlaanderen Vakantieland.
De camera heeft een paraglider in het vizier, tot die prompt een mysterieuze duikvlucht neemt en uit het beeld valt. Daarna zoekt het kader naar natuurlijke composities, maar daarbij heeft het veel weg van Michael Snows La région centrale uit 1971, waarin onze humane blik op ‘de natuur’ volledig vervreemdt. We zien de wereld niet helder, maar zijn compleet verloren in onze zoektocht naar harmonie en orde.
Deze twee straffe scènes fungeren als een thematische prelude, nog voor de titel in beeld komt. De zoekende camera moet dan nog op fenomenale wijze neerdalen tot bij de plaatselijke jeugd van Zinal. Zij leven onder toeziend en lijdend oog van smeltende gletsjers . In La chute zet Schaevers de plaatselijke jeugd in als acteurs in hun eigen verhaal. Iedere dag opnieuw worden zij onder invloed van de klimaatcatastrofe geconfronteerd met een onherroepelijk veranderende wereld. Hun gedrag schreeuwt onverschilligheid. Apathie en nihilisme als reactie op een onmogelijkheid om de schaal van de catastrofe in te zien. Uiteindelijk wendt de mens zijn blik af. Susan Sontag had ons in het essay Regarding the Pain of Others (2003) gewaarschuwd: “Shock can become familiar. Shock can wear off.” Maar is er eigenlijk een grotere schok te bedenken dan je te realiseren wat de omvang en schaal zijn van de menselijke transformatie van Gaia?
Uit de microkosmos van de Zinalse jongeren kan je een planetair probleem extrapoleren: de mens is niet in staat om zo’n gigantische ramp onder ogen te zien. De temporele en ruimtelijke schaal van wat theoretici nu het ‘antropoceen’ noemen, en vooral de ecologische uitwassen daarvan, zijn haast letterlijk niet te bevatten. Schaevers’ vaak zoekende cameravoering reflecteert die moeilijkheid. Ook het beeld van de personages tegen de achtergrond smeltende gletsjers is sprekend; de mens wordt nietig tegen het decor van grootse berglandschappen. Is er nog wel sprake van voor- of achtergrond? Wie is eigenlijk de actor in het beeld? Heeft de ‘vermenselijkte’ natuur zelf handelingsvrijheid geclaimd?
Schaevers zoekt constant naar narratieve en beeldende strategieën om een probleem te vatten dat door de mens is gecreëerd, maar nu zo overweldigend wordt dat het de menselijke vermogens te boven gaat. We lijken af te stevenen op een haast sublieme esthetische ervaring van onze eigen ondergang. De explosieve scènes met de lichtvoetige patrouilleur hinten in die richting. De tocht op een skilift wordt door een local cynisch becommentarieerd als een planetaire doodsstrijd. La chute laat geen enkele scène onbenut om metaforen te lanceren over de menselijke houding jegens de op handen zijnde ecologische ramp. Schaevers lijkt echter niet uit op morele verlossing (à la Melancholia of World War Z), maar verbeeldt eerder zijn eigen frustratie en onvermogen om te handelen.
In deze donkere tijden, waarin kunstenaars door een niet nader genoemde Vlaamse politicus vergeleken worden met kalkoenen op kerstdiners, is deze film een lichtpunt van urgentie. Wat betekent kunst nog tegenover de ecologische volatiliteit? Kan er nog vrij worden gecreëerd of blijven we met popcorn op de schoot staren naar onze eigen ondergang, op het kleinst mogelijke scherm? Schaevers vraagt het zich allicht ook allemaal af en reageert adequaat in zijn geliefde, audiovisuele taal.
La chute kreeg slechts een eervolle vermelding op de uitreiking van de Wildcards van het Vlaams Audiovisueel Fonds. Gezien de urgentie en kwaliteit van deze film komt dat binnen als een kleine schok. Maar bon, in deze postmoderne en post-truth tijden heeft (de esthetiek van) de shock geen enkele relevantie meer. Leve het explosieve nihilisme dus, leve de kalkoen!
La chute is te zien tijdens Kortfilmfestival Leuven als deel van Vlaamse Competitie: Fictie 2 en maakt ook deel uit van de 'best of'-selectie van Kortfilm.be, te zien tijdens de Kortfilm.be-avond op vrijdag 9 december om 20u. Eerder kreeg de film op Film Fest Gent ook al een speciale vermelding binnen de Belgische Studentenkortfilmcompetitie.