Atopia
Een introspectief essay over de zoektocht naar een plek tussen werkelijkheid en verbeelding: een plaatsloze plaats die bestaat uit dromen en een verlangen naar fluïditeit. Langzaam worden de korrels van het gecomprimeerde beeld het zand van het atopische strand, waardoor een denkbeeldige ruimte ontstaat.
Voor wie genderfluïde is, betekent de rigide normatieve kooi van het gender-binaire denken een voortdurende strijd tegen steeds strakkere grenzen, knellende radertjes en hoop die telkens in de kiem gesmoord wordt. Juridische documenten pronken met ‘deadnames’ en bij de geboorte toegekende geslachten. Toegang tot genderdiverse zorg blijft beperkt en dagelijkse vormen van micro-agressie maken duidelijk hoe onze maatschappij vasthoudt aan normen die uitsluiting in de hand werken. Gelukkig is bij queer indivduen veel veerkracht present. Toegeven zou betekenen dat cis-heteronormativiteit het pleit won. Weerstand bieden betekent het zich toe-eigenen van eigen verhalen om op die manier kleine stappen richting vrijheid te zetten. Het meditatieve en reflexieve video-gedicht Atopia van Olivier De Vos is een voorbeeld van deze radicale en affirmatieve positie.
Via een gelaagde montage van archiefmateriaal, een combinatie van gedigitaliseerde en originele beelden met hedendaagse foto's, brengt De Vos een reis naar de stranden van Atopia in kaart — een plaatsloze plek, die zowel bol staat van betoverende potentie als van onmogelijkheid, een plek waar je heimwee naar kan hebben, zelfs zonder dat je ze precies kan lokaliseren. Atopia is net zo ongrijpbaar als het beloofde land waartoe het de kijkers uitnodigt. Het weigert eenduidige categorisatie en zoekt het overgangsgebied op tussen fictie en documentaire, tussen denkbeeldig etnografisch- en archiefonderzoek.
Interessant is hoe Atopia het strand beschouwt als cruciale plek voor gay gemeenschappen. Stranden worden traditioneel geassocieerd met ontmoetings- en cruiseplekken voor homoseksuele mannen en worden in kunst, film en fotografie van oudsher gezien als typisch queer. In het werk van de Britse schilder Henry Scott Tuke figureert het strand bijvoorbeeld als een homo-utopische ruimte waar de lichamen van jonge mannen van een nooit verblekende schoonheid getuigen die tegelijkertijd onbeweeglijk, vitaal en ontstellend melancholisch is. In Atopia daarentegen laat de strook zand en water veel ruimere representaties van lichamelijkheid toe. Tijdens een meeslepende, licht wazige sequentie toont het strand in Atopia een alternatief voor de binaire genderverhouding — een poreus, dynamisch of allesomvattend begrip van vloeibare genderidentiteit, gevangen in een suggestief cirkelvormig kader.
“Woorden lijken niet op de dingen die ze aanduiden,” luidt het citaat van de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty waar de film mee opent. Hiermee nodigt De Vos’ uitgekiende gebruik van archiefmateriaal — foto’s en interviews van ongespecificeerde bronnen — uit tot een onto-epistemologische lezing van de film. Atopia balanceert tussen gepolariseerde sferen — in dit geval het ontologische, wat een ding is, en het epistemologische, wat we onder een ding verstaan — afwisselend zoekend naar de connecties en disconnecties die zich hiertussen bevinden.
Deze bespiegelingen culmineren in een van de mooiste scènes van de film, waarin De Vos zelf naakt is, de geslachtsdelen ingestopt, met alleen wat make-up en een azuurblauwe pruik op, terwijl die zelfverzekerd en sensueel op de grond zit. Luttele momenten daarvoor zit een andere persoon, naakt en ingepakt, op dezelfde manier met pruik en make-up, terwijl De Vos de beelden als volgt becommentarieert: “Ik maak de man duidelijk dat de persoon op het scherm geen ‘dude’ is maar een vrouw, of zelfs dat niet. Bang dat mijn dekmantel wordt opgeblazen en mijn verlangen naar fluïditeit onthuld wordt, kan ik niet anders dan zuchten.”
De tegenstrijdigheid tussen wat de maatschappij wil dat ons lichaam betekent en onze persoonlijke beleving van ons eigen geslacht, vormt de kern van Atopia’s boodschap. Door manipulatie van archieven en een visionaire zoektocht naar een plek die anders, onbeschrijfbaar en geïdealiseerd is, start De Vos een experiment van mythevorming. Wanneer taal onderdrukkend is, betekent verzet tegen categorisering immers ook verzet tegen controle.
Het werk van punk-auteur Kathy Acker is het startpunt voor een gesprek over genderidentiteit en lichaamstransformatie, gelinkt aan de punkbeweging van de jaren 70 en 80.