Door de mazen van het net
Over Maya Deren en Alexander Hammid’s Meshes of the Afternoon
Ooit ingedommeld in je zetel op een zonnige zaterdagnamiddag en vervolgens in een labyrintische droom gesukkeld? Zwetend wakker geworden, met een straaltje kwijl in je mondhoek als aandenken aan dat woelige dutje? Wie volmondig ‘ja’ kan antwoorden zal zich volledig herkennen in Maya Derens avant-gardistische destillatie van vluchtige en onbestemde ‘namiddagdromen’. Meshes of the Afternoon (vrij vertaald ‘Mazen van de namiddag’) werd tachtig jaar geleden opgenomen, maar de geesten die destijds deze cirkelvormige filmdroom teisterden zijn noch verouderd, noch verjaard.
Wanneer het startschot wordt gegeven, voelt Meshes nochtans haast rudimentair aan: een mannequinhand die uit de hemel gezonden lijkt, laat een bloem achter op de stoep, die vervolgens door een vrouw (Deren zelf) wordt opgeraapt. Als ze thuiskomt valt ze prompt in slaap, alvorens een reeks objecten te hebben opgemerkt (een sleutel, een mes, een telefoon) die zullen terugkeren in haar dromen. Terwijl de kijker mee wegzinkt in haar hersenspinsels zien we door het raam buiten een fantoom ronddwalen, een soort Dementor met een spiegel als gezicht. Een evenbeeld van Deren achtervolgt de plaaggeest, die zich meester heeft gemaakt van de bloem. Paranoia overmeestert de vrouw, want de vredevolle namiddag vertoont zijn eerste barsten.
Maya Deren speelt slim met ontdubbeling, een vage droom-in-droom structuur en bizarre inserts van dagdagelijkse objecten. Via een uitgekiende choreografie van licht, schaduw en ongewone camerahoeken boetseert ze bovendien niet alleen haar personages, maar drapeert ze de film ook in een lugubere sfeer. De unheimliche soundtrack die later in 1959 werd toegevoegd door Derens (derde) echtgenoot Teiji Ito jaagt de spanning verder de hoogte in. Voor de toeschouwer is het duidelijk: hier staat iets op het spel. De hand-held camera tolt desoriënterend door het huis en wekt de illusie dat Deren door een bovennatuurlijke kracht tegen het plafond wordt geplakt. Het is een prachtig beeld dat meermaals terugkeert en de kracht van de nochtans goedkope productie extra in de verf zet.
Deren, die het experiment — want “kunst moet een experiment zijn,” aldus de regisseur — in 1943 afwerkte met haar echtgenoot Alexander Hammid, staat ondertussen gebeiteld in de annalen van de filmgeschiedenis. Niet alleen omdat ze ervoor zorgde dat het surrealisme voet aan de grond kreeg in de Verenigde Staten, maar ook omdat haar DIY-attitude het begin van de onafhankelijke Amerikaanse cinema inluidde. Zelf beschreef ze zich als een amateur: iemand die het deed vanuit een liefde voor film, in tegenstelling tot de grote geldwolf Hollywood. Dat haar counter-cinema in de 21ste eeuw nog altijd onderwerp is van grondige analyses — steeds meer vanuit een feministische hoek — bewijst dat haar experimenten staan als een huis.
Toch blijven die close readings slechts interpretaties, want de pogingen om écht vat te krijgen op dit koortsachtige filmgedicht zijn futiel. De plot is dan ook raadselachtig en de symboliek alsook de excentrieke beeldtaal manipuleren de psyche van de kijker op een manier die te vergelijken valt met Buñuels Un chien andalou, vanwege de ondoorgrondelijke droomlogica en de eigenzinnige overgave aan de wetten van het onderbewustzijn.
Net zoals Deren de spiegelman nooit zal kunnen bijbenen, zo moet de toeschouwer zich erbij neerleggen dat de schimmen van Meshes of the Afternoon zich niet laten strikken.
Meshes of the Afternoon wordt op vrijdag 8 december vertoond tijdens de Nacht van de Experimentele Film bij Art Cinema OFFoff in Gent.