Vrijen met het publiek

© BURN TO SHINE (UGO RONDINONE, 2022)
© BURN TO SHINE (UGO RONDINONE, 2022)
12.06.2024

Vrijen met het publiek

Cinema als avontuur in Anouk De Clercq’s Love That Moves The Sun

Artistiek directeur van Courtisane Pieter-Paul Mortier vraagt multimediaal kunstenaar Anouk De Clercq op de dansvloer tijdens de Berlinale in 2022 om een programma samen te stellen voor het vijfdaagse festival in Gent. De in Berlijn gevestigde Belgische kunstenares aanvaardt het aanbod en wil naar eigen zeggen vrijen met het publiek. Het is haar persoonlijke queeste om de wereld van experimentele cinema open te stellen voor argwanende mensen en het elitaire kantje van kunstfilms bij te schaven. Avant-garde cinema noemt ze koppig “avontuurlijke film”. De Clercq is ook stichtend lid van het nomadische filmplatform Monokino in Oostende, waar cinefiele cultuur niet alleen op het traditionele scherm wordt geprojecteerd, maar ook op het eclectische landschap van de kuststad.

Naar eigen zeggen exploreert De Clercq het potentieel van audiovisuele taal om mogelijke werelden aan te boren. De twee werelden waartussen ze beweegt zijn enerzijds die van de flaneur en anderzijds die van de stationaire toeschouwer. Wanneer ze werk toont op tentoonstellingen, vaak in een white cube waar ook andere werken om aandacht schreeuwen, poogt de kunstenaar de flaneur te verleiden met een immersieve ervaring. De aanwezige architectuur heeft altijd een invloed op het werk en dwingt de maker om ook ruimtelijk met beeld en geluid om te gaan. Maar ook de traditionele cinema-setting, waarbij alle neuzen in dezelfde richting staan en de concentratie culmineert richting het projectievlak, exciteert De Clercq. Geïnspireerd door een quote van de Franse filosoof Gaston Bachelard — “As soon as we become motionless, we are elsewhere. plaatst ze de traditionele cinema-ervaring tegenover de ruimtelijke slenteraar bij expo’s. Als curator bij Courtisane tracht De Clercq beide werelden bij elkaar te brengen.

In het programma Love That Moves The Sun wil De Clercq loskomen van een te rationele benadering van de geselecteerde films. Het cerebrale moet plaats ruimen voor een sensuele beleving, een fundamenteel lichamelijke ervaring van cinema. Deze tekst is een verslag van een bijzondere voorstelling met aanvullende bespiegelingen van de curator zelf.

*

De prelude. Iedere toeschouwer komt begeleid door een soundscape van Sebastian Gainsborough (ook bekend onder zijn artiestennaam Vessel) een verduisterde Minardschouwburg binnen. Het publiek schuift dicht tegen elkaar aan, zittend op kussentjes op de grond. De tastbare aanwezigheid van de buren zorgt voor een bijzondere intimiteit. De spanning stijgt. Het nog slapende maar duidelijk aanwezige witte vlak is opgehangen in het midden van het theater. De ruimte naast en achter dat cinemascherm is voelbaar en verschaft het vlak een verheven status als een barokschilderij.

De absolute magie van cinema is volgens De Clercq het ritueel waarbij iedereen in de duisternis staart naar een plat wit vlak dat door een lichtbundel wordt getransformeerd tot een andere wereld. Er ontstaat een psychologische ruimte, een diepte met emoties. Dat is exact wat er gebeurt wanneer De Clercqs eigen film We’ll find you when the sun goes black (5’) het avontuur op gang trapt. Het collectief gevormde lichaam wordt gemasseerd en door de lichtstralen meegevoerd naar een andere ruimtelijk-temporele dimensie. Het kleinste deeltje en het oneindig grote lijken één te worden.

© WE'LL FIND YOU WHEN THE SUN GOES BLACK (ANOUK DE CLERCQ, 2021)
© WE'LL FIND YOU WHEN THE SUN GOES BLACK (ANOUK DE CLERCQ, 2021)

De Clercq’s bezwerende film is gebaseerd op de terrella, een gemagnetiseerde miniatuur van de planeet aarde, die werd gebruikt om de aurora te onderzoeken. Ook Bertolt Brechts epigram, geschreven tijdens zijn ballingschap, inspireert De Clercq. “In the dark times / Will there also be singing? Yes, there will also be singing / About the dark times.

Het scherm is allesbehalve een letterlijk venster op de wereld, maar wel een geheime toegangspoort naar een kosmos die alle zekerheden op losse schroeven zet. Het schip is vertrokken. Er is geen weg terug. De film markeert een zachte transitie: van het haast ritueel betreden van de figuurlijke tempel naar de opbouw van het collectieve lichaam van voorheen individuele toeschouwers, als het ware een assimilatieproces. De losse ledematen zijn gefixeerd, de gewrichten zijn soepel en de spieren aangesterkt. Het publiek wordt gebundeld.

Na deze duistere kosmische bespiegeling volgt een mokerslag met Makino Takashi’s Anti-Cosmos (16’). De Japanse film, geïnspireerd door Cosmos and Anti-Cosmos van filosoof Toshihiko Izutsu, is het filmische equivalent van speed. Het zinderende licht zorgt dat het publiek via reflecties voor het eerst echt zicht krijgt op de setting en dwingt de toeschouwer om niet alleen naar het scherm te kijken, maar ook naar de individuen rondom. Anti-Cosmos triggert een fundamenteel collectieve beleving van cinema, want de individuele perceptie hangt af van de (imaginaire) kijkervaring van de ander.

Daarnaast zijn er nog andere onconventionele parameters in het spel. De film heeft een intense soundtrack waarvan het frequentiebereik overwegend onder de 1000hz blijft. De trillingen in het eigen lichaam vibreren met de wereld op het scherm. Dat initieert een atypisch identificatieproces dat bewustwording van het eigen lichaam triggert en tegelijk ook  vereenzelviging met de specifieke filmische wereld. Ook het theatergebouw trilt lustig mee;  de architecturale omgeving speelt zo een actieve rol in de ervaring. Uiteindelijk verkrijg je een belichaamde audiovisuele beleving: fundamenteel fysiek en totaal anders dan in een akoestisch geoptimaliseerde cinema. In De Clercq’s sensuele queeste is Takashi het voorspel.

Dan wordt achter het grote scherm plots een aantal televisieschermen wakker. De Clercq helpt de eerste rij van het publiek recht. Het gezamenlijke lichaam van de toeschouwers komt voor het eerst in beweging en verdeelt zich in eilandjes rond de kleine schermen. Er wordt in deze voorstelling constant gespeeld met schaal op inhoudelijk en ruimtelijk niveau. Nanofania (3’) van Braziliaans kunstenaar Cao Guimarães speelt daar de hoofdrol, met contextloze, relatief abstracte Super-8 beelden: zeepbellen vliegen in de lucht, maar moeten die biotoop delen met vliegen. De bellen barsten en de vliegjes vertrekken. Een speelgoedpiano staat in voor de soundtrack. Deze audiovisuele compositie van micromomenten straalt tederheid uit. Ook de verspreide auditieve opstelling draagt bij tot de kwetsbaarheid van de gestiek, als een regendouche met zachte druppeltjes.

© NANOFANIA (CAO GUIMARAES, 2003)
© NANOFANIA (CAO GUIMARAES, 2003)

Vooraleer je Guimarães’ audiovisuele miniatuur begrijpt, wordt vanuit de duisternis achter de televisieschermen nog een scherm wakker. De totale exporuimte lijkt alsmaar uit te dijen. De gevormde eilandjes worden terug één continent voor de film Into All That Is Here (10’) van Laure Prouvost. Het werk exploreert met bloemenmetaforen de notie van lust na duistere tijden. Net zoals een insect wordt aangetrokken door stuifmeel van een bloem, kirt het publiek als de nectar van het beeld druipt. De Clercq noemt dit een bijzonder sexy moment, in een slijmerige atmosfeer. Het publiek heeft steeds minder controle over haar lichamelijke en auditieve feedback.

Het lichaam is zo helemaal opgewarmd. Dat blijkt nodig, want met Ugo Rondinones film burn to shine (13’) op weer een ander scherm wordt het publiek opgezweept en opgewonden, net als de dansers en percussionisten die in de film in trance verkeren rond een kampvuur. Het beeld vult het hele scherm. De duisternis waarin de dansers zich bevinden lost op in de evenzeer duistere ruimte. Alsof we allen samen de nacht ingaan en wachten op zonsopgang – magisch en betoverend. Als kers op de taart start Vessel het nummer “Red Sex” net na Rondinones filmische trance. Mensen springen nu zelf overeind om te dansen. Het is de apotheose van een zorgvuldig opgebouwde zwoele ervaring.

De Clercq toont zich als meesterlijke curator, als een beslagen componist van een audiovisuele beleving. Niet alleen de films op zich, maar ook hun sequentie en samenhang creëren nieuwe werelden. De Clercq smeedt namelijk totaal verschillende kortfilms samen  tot een coherente audiovisuele compositie in de ruimte. Hier was duidelijk een kunstenaar aan het werk.