
Troostende sterrenbeelden
Over Jacqueline Lentzou’s The End of Suffering (A Proposal)
Het is verleidelijk om de esthetiek van de Griekse filmmaker Jacqueline Lentzou, die al enkele jaren een begrip is binnen het kortefilmcircuit, te reduceren tot louter meanderend. Haar werk tast doorgaans wat in het rond, meer op zoek naar de texturen van haar protagonisten dan naar enige plot of narratieve logica. Lentzou is geïnteresseerd in de manier waarop het zonlicht door een vuil raam binnenvalt en hoe de gebroken stralen langzaam een huilend gezicht onthullen, niet zozeer in waarom er wordt gehuild.
Voelbaar is een zekere doelloosheid, vaak geassocieerd met haar eigen generatie die ze steeds empathisch portretteert. Stuurloos in de leegte van de 21e eeuw dwalen haar personages rond, op zoek naar een plek. Misschien is Lentzou op dezelfde manier op zoek naar antwoorden en misschien is dat de reden waarom ze stilstaat bij de gezichten van wie geen woorden of reden voor hun verdriet lijken te vinden. Alsof ze op zoek is naar een oplossing. En als ze erin slaagt los te komen van aardse zaken door haar camera op de hemel te richten en de maan in al haar mysteries vast te leggen, lezen we dat dan als het verlangen van haar personages naar iets bovennatuurlijks? Wanneer we getuige zijn van de formele speelsheid waarmee Lentzou naar emotie tast, interpreteren we die dan als een zoektocht naar betekenis?
Lentzou reikt voorzichtige oplossingen aan voor onze existentiële angst, zoals de titel van haar korte film op humoristische wijze suggereert: The End of Suffering (A Proposal). Maar om iets te beëindigen, moeten we ons er eerst in onderdompelen, en daarom opent ze met een huilende heldin in een trein. Sofia Kokkali, die na haar hoofdrollen in zowel Hector Malot: The Last Day Of The Year (2018) als in Lentzou’s langspeeldebuut Moon, 66 Questions (2021) misschien al te makkelijk wordt gezien als een alter ego van de regisseur, is in deze film niet lang in beeld. Maar in de paar seconden dat we haar wel zien, weet ze veel verdriet over te brengen. Haar gesnik, gecombineerd met de synthpop uit haar koptelefoon, is pijnlijk om te horen. Terwijl ze staart naar het voorbijtrekkende landschap, raakt ze in paniek. Even later zien we haar verdwijnen in de menigte midden een treinstation. Ze blijft de hoofdpersoon van de film, maar haar fysieke terugkeer moet wachten tot de laatste, levensbevestigende scène.
Die vindt plaats wanneer een vallende ster zich een weg baant door de nachtelijke hemel. Net wanneer Sofia daardoor tot rust komt, besluit de kosmos in te grijpen en de film een onverwachte wending te geven. “Your desperation level vibrated strongly, so we decided to give you some insight,” laat de gele ondertiteling ons weten — de stem uit het universum is onleesbaar en metaalachtig, met dank aan geluidsontwerper Leandros Ntounis. De dialoog gaat verder en Sofia lijkt open te staan voor een gesprek over haar mentale gezondheid. Maar niet voordat ze op onhandige wijze wordt weggezet omdat ze alles probeert te begrijpen, zoals het “waarom” van de drie uitgedroogde bougainvilleas en twee dode eucalyptussen op haar balkon. Ze komt erachter dat ze niet van de planeet Aarde komt, maar uit de ruimte: “You’re coming from Mars”. Die openbaring ontvouwt zich als troost, een verklaring voor haar belastende anders-zijn en existentiële angsten.
Zo eindigt de film met een goocheltruc, à la anything can happen. Visueel streeft Lentzou naar het ambachtelijk uitdrukken van oneindigheid. Samen met haar team creëerde ze een door de computer gegenereerde kosmos die eruitziet als een jaren negentig Space World diorama. Dit contrasteert sterk met bijvoorbeeld Terence Malicks wonderlijke scheppingssequentie in The Tree of Life (2011). Hoewel budgettaire redenen natuurlijk een belangrijke factor zijn voor dit verschil, lijken de handgemaakte look en feel van de Griekse regisseur ook een ander doel te dienen. Het contrast met hoe Malick het ontzagwekkende universum visualiseert roept een interessant argument op. Is Lentzou überhaupt bekommerd om de Grote Vragen? Misschien toch niet.
Als we al sporen vinden van metafysische overpeinzingen, dan komen die voort uit tederheid: een empathische bezorgdheid om Sofia’s wanhoop. Bovendien lijkt haar aanpak te wijzen op een specifieke desinteresse in het imponeren of overweldigen van haar publiek en protagonist. Je zou haar reis naar de kosmos zelfs quirky kunnen noemen, maar gelukkig nooit van het soort dat overgaat in onaangenaam Sundance-territorium.
In de tweede helft van Sofia’s gesprek met het universum schakelen we over naar observaties van het leven op de Rode Planeet, prachtig gefilmd doorheen een rode 16mm filter door Lentzou’s vaste cinematograaf Konstantinos Koukoulios. Mysterieuze beelden van reptielen worden opgevolgd door mensen die aan lichaamsbeweging en sport doen, terwijl de buitenaardse entiteit ons vertelt dat Mars de planeet van de liefde is — wat natuurlijk in contrast staat met de Griekse mythologie, waarin het hemellichaam voor oorlog staat. De relatie tussen beeld en woorden blijft opzettelijk dubbelzinnig, waardoor de basis van de klassieke etnografie — het toekennen van betekenis en doel aan het onbekende — op geestige wijze wordt ondermijnd. Het werkt duizelingwekkend en bevestigt tegelijkertijd Lentzou’s modus operandi. Terwijl de handcamera inzoomt op hoogbouwflats — voordat die zich volledig à la Stan Brakhage onderdompelt in de abstracties van licht, korrel en kleuren — voelen we dat Sofia misschien wat verlichting heeft gevonden. Tegen het einde trakteert het universum haar op een popliedje en een charmante conclusie: “All of you are nothing but fallen flowers.”
Antwoorden komen in dromen, of ze komen niet. Deze film wijst “het weten” af. Dat wil niet zeggen dat er geen affiniteit is met de eeuwenoude zoektocht naar de zin van het leven, maar Jacqueline Lentzou voelt zich duidelijk meer aangetrokken tot de poëzie om ons heen en dus de manier waarop troost kan worden gevonden in deze schoonheid. Met aanstekelijk plezier verkent ze zowel de complexe binnenwerelden van haar personages als de sterren. Of ze nu een persoonlijke mythologie creëert of experimenteert met de vorm, Lentzou navigeert op haar eigen voorwaarden door de zevende kunst. Misschien is het nog te vroeg om dat te zeggen, maar The End of Suffering (A Proposal) lijkt een sleuteltekst in haar jonge maar groeiende oeuvre. Op zijn minst is het een keerpunt. Wat ooit een zoektocht naar waarheid was, is nu veranderd in een zoektocht naar liefde. Tekenend voor een auteur die de mysteries van het onverklaarbare accepteert en zich eraan overgeeft.